Degeneratieve Myelopathie (DM) is een erfelijke neurologische aandoening die het ruggenmerg bij honden aantast, meestal op latere leeftijd. De ziekte veroorzaakt een geleidelijke verlamming van de achterhand, met ernstige impact op de mobiliteit en levenskwaliteit van de hond.
DM ontstaat door een mutatie in het SOD1-gen en wordt autosomaal recessief overgeërfd. Dit betekent dat enkel honden die het gemuteerde allel van beide ouders erven (A/A) een risico lopen om daadwerkelijk symptomen te ontwikkelen.
Toch is het risico niet voor elk ras gelijk. De kans op symptomen – ook wel de penetrantie genoemd – verschilt sterk tussen rassen. Grote en zware hondenrassen zoals de Duitse herder of Berner Sennenhond lopen een veel hoger risico op klinische symptomen dan kleinere rassen zoals de Shih Tzu of Coton de Tuléar.
Uit diverse studies blijkt dat bij kleine honden met een A/A-genotype de kans op het ontwikkelen van DM zeer laag tot verwaarloosbaar is. Mogelijke verklaringen zijn het lagere lichaamsgewicht en de verminderde biomechanische belasting op het ruggenmerg.
Deze rasgebonden verschillen tonen aan dat een uniform fokbeleid niet altijd gepast is. Er is nood aan een gedifferentieerde aanpak, met aangepaste regels per ras op basis van genetische risico’s én klinische realiteit.
Wij baseren ons op o.a. Zeng et al. (2014), Awano et al. (2009), Clark et al. (2020), aangevuld met data van VHLGenetics, OFA, en observaties van fokorganisaties. Uit deze bronnen blijkt:
De kans dat een hond met het A/A-genotype (genetische lijder) daadwerkelijk symptomen van degeneratieve myelopathie (DM) ontwikkelt, verschilt sterk per ras. Uit wetenschappelijke studies blijkt dat grote rassen doorgaans een hogere klinische penetrantie vertonen dan kleine rassen. Onderstaande lijst geeft een indicatie van het geschatte risico op zichtbare symptomen bij genetische lijders.
Grote rassen met klinische symptomen >15%:
Kleine rassen met klinische symptomen <15%:
Om de impact van genetische combinaties beter te begrijpen, tonen we hieronder een eenvoudige simulatie. We gaan uit van een nest van 100 pups geboren uit een drager × drager combinatie. Op basis van de bekende overervingskansen en rasgebonden penetrantiepercentages berekenen we hoeveel pups genetisch lijder zijn en hoeveel daarvan naar verwachting ook effectief symptomen van DM zullen ontwikkelen.
Simulatie van 100 pups uit een drager x drager combinatie
Bronnen: Zeng et al. (2014), Awano et al. (2009), Clark et al. (2020), VHLGenetics, OFA, UGent (2018)
Voorbeelden uit het onderzoek van Zeng et al.:
“Uit de literatuur blijkt bovendien dat kleinere rassen, zelfs bij een homozygoot A/A-status, zelden tot nooit symptomen ontwikkelen. Dit wordt toegeschreven aan het lagere lichaamsgewicht en de bijhorende lagere biomechanische belasting (cf. RUG, 2018).” https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/481/223/RUG01-002481223_2018_0001_AC.pdf
Degeneratieve Myelopathie (DM) – Het huidige Vlaamse fokkerijbeleid vereist dat drager x drager combinaties worden vermeden om een stamboom te verkrijgen en dit om zo lijders uit de populatie te bannen.Hoewel dit beleid ondersteund wordt, botsen veel hobbyfokkers op een realiteitsprobleem. De communicatie over het fokprogramma voor hondenrassen in Vlaanderen is pas laat of onvoldoende doorgestroomd via de verenigingen naar de fokkers. Bij sommige rassen is het bijzonder moeilijk om tijdig geschikte partners te vinden met een genetisch vrije status.
Een reu of teef uit het buitenland… ? Veel buitenlandse reuen of teven zijn ook niet getest en daarnaast zijn veel buitenlandse fokkers niet gewillig de testen op korte termijn uit te voeren “waarom zouden ze…?
Tegelijk moeten we voorzichtig blijven bij rassen met een hoge penetrantie en een ruime populatie. Een voorbeeld is de Duitse herder, waar tot 70% van de A/A-honden symptomen ontwikkelt én waar er nog voldoende genetische variatie aanwezig is om veilige combinaties te maken zonder dragers. Bij een drager × drager combinatie heb je toch 25% kans op een lijder, wat in zulke rassen een aanzienlijk risico vormt op het vlak van dierenwelzijn.
Simulatie van 100 pups uit een drager x drager combinatie
Ras | Genetische lijders (A/A) | Penetrantie (%) | Pups met symptomen |
Duitse Herder | 25 | 70% | ± 17 |
Parson Russell Terrier | 25 | 25% | ± 6 |
Engelse Springer Spaniel | 25 | 35% | ± 9 |
Duitse staande hond – draadhaar | 25 | 45% | ± 11 |
Miniatuur Amerikaanse herder | 25 | 55% | ± 14 |
Berner Sennen | 25 | 65% | ± 16 |
Deze schattingen zijn gebaseerd op de penetrantiewaarden uit klinische en genetische observaties (o.a. Zeng et al., Awano et al., Clark et al., OFA data).
Lijst van grote en /of zware rassen | Kans op symptomen bij A/A (%) |
Afghaanse windhond | 40 |
Airedale Terrier | 50 |
American Staffordshire Terrier | 60 |
Australian Cattle Dog | 50 |
Australische herder | 60 |
Beagle | 40 |
Belgische herders | 60 |
Berner Sennen | 65 |
Boxer | 50 |
Bullmastiff | 45 |
Cane Corso | 35 |
Dalmatiër | 20 |
*Duitse herder | 70 |
Duitse staande hond – draadhaar | 45 |
Duitse staande hond – korthaar | 40 |
Engelse bulldog | 25 |
Engelse Springer Spaniel | 35 |
Eurasier | 45 |
Finse Lappenhond | 40 |
Fox Terrier | 20 |
Franse Bulldog | 30 |
Hovawart | 50 |
Ierse rode Setter | 35 |
Labradoodle | 40 |
Mastiff | 40 |
Miniatuur Amerikaanse herder | 55 |
Newfoundlander | 50 |
Nova Scotia Duck Tolling Retriever | 40 |
Parson Russell Terrier | 25 |
Poedel – Groot | 50 |
Poedel – Middenslag | 40 |
Pyrenese berghond | 35 |
Rhodesian Ridgeback | 55 |
Saarlooswolfhond | 65 |
Saluki | 35 |
Schotse Collie | 30 |
Shetland Sheepdog | 30 |
Sint-Bernard | 60 |
Spaanse Waterhond | 35 |
Tibetaanse Terrier | 20 |
Tsjecho-Slowaakse Wolfhond | 60 |
Welsh Corgi Cardigan | 65 |
Welsh Corgi Pembroke | 65 |
Welsh Terrier | 20 |
Witte Zwitserse herder | 60 |
Voor kleine rassen waarbij de kans op het ontwikkelen van symptomen minder dan 15% bedraagt zou het fokbeleid versoepeld kunnen worden, zie de Cavalier King Charles Spaniel
Verplichte test
Vrij X Vrij = Positief
Vrij X Drager = Positief
Vrij X Lijder = Positief
Vrij X ongetest = Positief
Uitgesloten voor de fok
Drager x Drager – Aanvraag “positief” – in behandeling bij Dierenwelzijn
Drager X Lijder
Drager X Ongetest
Bij de Cavalier is een uitzondering gemaakt vanwege een te kleine populatie.
Kans op symptomen bij DM-lijders tot 15% is verwaarloosbaar onder voorbehoud.
Lijst van kleine rassen
| Kans op symptomen bij A/A (%) |
Bichon Frisé | 10 |
Boston Terrier | 15 |
Cairn Terrier | 15 |
Cavalier King Charles Spaniel | 10 |
Chihuahua | 5 |
Chinese Crested Dog | 5 |
Coton de Tuléar | 2 |
Duitse Spitz – Kleinspitz | 10 |
Dwergspitz – Pomeranian | 8 |
Kontinentale Dwergspaniël | 12 |
Lhasa Apso | 10 |
Mops | 15 |
Poedel – Dwerg | 10 |
Shih-Tzu | 8 |
Volpino Italiano | 10 |
Simulatie van 100 pups geboren uit een combinatie Drager X Drager
Ras | Genetische lijders (A/A) | Penetrantie | Pups met symptomen |
Chihuahua | 25 | 5% | ± 1 |
Coton de Tuléar | 25 | 2% | ± 0 – 1 |
Pomeriaan (Dwergspitz) | 25 | 8% | ± 2 |
Lhasa Apso | 25 | 10% | ± 2–3 |
Shih Tzu | 25 | 8% | ± 2 |
Cavalier King Charles Spaniel | 25 | 10% | ± 2–3 |
Bron:
Vooral de studies van o.a. Awano et al. (2009), Zeng et al. (2014) en Clark et al. (2020) vormen de basis. Zij onderzochten de penetrantie (kans dat symptomen zich ontwikkelen bij het A/A-genotype) bij verschillende rassen.
Bijschrift: Veel fokkers in binnen- en buitenland deden al jarenlang verschillende gezondheidstesten die opgelegd werden door rasclubs of overheden, maar lieten de DM-test vaak achterwege.
Waarom werd er dan niet getest bij sommige rassen?
Kortom, het ontbreken van systematische DM-testen bij veel fokkers kwam voort uit een combinatie van onbekendheid, lage prioriteit in testprogramma’s en het feit dat DM pas laat en vaak onspecifiek tot uiting komt.
Het tijdelijk gecontroleerd toelaten van drager x drager — mits verplichte DNA-test bij pups en uitsluiting van lijders uit de fok kan een verantwoord compromis zijn voor grote rassen. Het combineert dierenwelzijn, gezondheid van de nakomelingen, én de noodzaak tot instandhouding van voldoende genetische spreiding binnen het ras.
Deze aanpak is gebaseerd op het principe van genetische diversiteitsbehoud met risicobeheersing, en wordt ondersteund door onder meer:
Zeng, R., Coates, J. R., Johnson, G. C., Hansen, L., Awano, T., Kolicheski, A., … & Shelton, G. D. (2014). Breed distribution of SOD1 alleles previously associated with canine degenerative myelopathy. Journal of Veterinary Internal Medicine, 28(2), 515–521.
https://doi.org/10.1111/jvim.12236
Coates, J. R., & Wininger, F. A. (2021). Canine Degenerative Myelopathy: Diagnostic and Therapeutic Recommendations from the ACVIM Consensus Panel. Journal of Veterinary Internal Medicine, 35(1), 1–12.
(ACVIM = American College of Veterinary Internal Medicine)
Een belangrijke studie van Awano et al. (2009) toont aan dat de kans op het ontwikkelen van symptomen bij honden met het A/A-genotype — dus genetisch lijders van degeneratieve myelopathie (DM) — sterk verschilt per ras. In hun onderzoek werd de evolutie van symptomen bij Duitse herders en Boxers over meerdere jaren opgevolgd. Uit de resultaten blijkt dat bij Duitse herders tot 78% van de genetische lijders uiteindelijk klinische symptomen ontwikkelt, terwijl dit bij Boxers beperkt blijft tot ongeveer 40–50%.
Deze grafiek maakt duidelijk dat niet elke lijder symptomen ontwikkelt en dat rasafhankelijke penetrantie een cruciale rol speelt in de interpretatie van genetische testresultaten.
Bron: Awano, T. et al. (2009). Genome-wide association analysis reveals a SOD1 mutation in canine degenerative myelopathy that resembles amyotrophic lateral sclerosis. Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS), 106(8), 2794–2799. Zie specifiek Figuur 5 voor de penetrantiegrafiek.
Figuur overgenomen uit: Awano T, Johnson GS, Wade CM, et al. Genome-wide association analysis reveals a SOD1 mutation in canine degenerative myelopathy that resembles amyotrophic lateral sclerosis. PNAS. 2009;106(8):2794–2799.
Bent u een rasvereniging, erkende club of (hobby)fokker en wil u deze oproep kracht bijzetten?
Laat dan gerust iets weten via [email protected].
Vermeld bij uw reactie graag de volgende gegevens:
Samen staan we sterker voor een realistisch én diervriendelijk fokbeleid.
Beoordeel dit artikel
Klik op een ster om te beoordelen
Gemiddelde 5 / 5. Aantal beoordelingen: 12
Wees de eerste om een beoordeling achter te laten!